Oefenen met taal voor groep 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1. Lees het verhaaltje van de oude vrouw. Maak dan van deze ene zin twee zinnen.

De oude vrouw werd voor gek verklaard toen ze op haar 98e nog mee wilde doen met de avondvierdaagse.

De oude vrouw wilde op haar 98e nog meedoen met de avondvierdaagse. Ze werd voor gek verklaard.

De oude vrouw werd op haar 98e voor gek verklaard. Ze wilde meedoen met de avondvierdaagse.

Op haar 98e werd de oude vrouw voor gek verklaard. Ze wilde meedoen met de avondvierdaagse.

2. Welk woord past niet goed bij de rest?

Stom.

Vervelend.

Leuk.

3. In deze tekst staat een fout. Welke opmerking over deze tekst is goed?

Overal om je heen zie je kleuren. Maar wist je ook dat veel kleuren een betekenis hebben? Zo is rood de kleur van de liefde en zwart de kleur van de vrolijkheid. Ook de kleur wit heeft een symbolische betekenis. Vandaar dat heel veel bruidjes in een witte jurk trouwen.

Kleuren hebben geen betekenis.

Zwart is de kleur van de rouw.

Mensen trouwen nooit in het wit.

4. Welke opmerking is juist?

Hij zei ’Hier neem ik geen genoegen mee.’

Achter het woord mee moet een vraagteken staan.

Achter het woord zei moet een dubbele punt staan.

Achter het woord zei moet een komma staan.

5. Welke zin klopt niet?

De man vecht voor zijn leven.

Ik stoeien met mijn broer.

Ik zei toch dat het niet zou lukken?

6. Let op de bijvoeglijke naamwoorden en geef aan waar de fout zit.

Kruiddige geuren.

Veenachtige grond.

Alcoholische dranken.

7. Maak van deze zin een kloppende zin met een vorm van worden.

Ik breng de boeken naar de bibliotheek.

De boeken worden door mij naar de bibliotheek gebracht.

De boeken brengen worden naar de bibliotheek.

Ik word gebracht naar de boekenbibliotheek.

8. Veel woorden eindigen op een ee-klank. Je schrijft ee of é.

Ontdek de fout.

satee

bedstee

thee

9. Lees eerst het hele verhaal.
Lees dan regel 28 t/m regel 35.
Waar gaat dit stukje over?

De wens van de boer.

De rijksdaalder.

Tienduizend gulden.

10. Welk woord met strand kun je zo niet zeggen?

strandbal

strandrennen

zandstrand

11. Als je de wijsheid in pacht hebt betekent dit ...

Heel wijs zijn.

Een huis huren.

Menen dat je alles weet.

12. Hoeveel zinnen staan hier?

gisteren was het mooi weer we zijn met zijn allen naar het zwembad geweest en hebben fijn gezwommen ik vond het erg leuk om daar te zijn

vier zinnen

drie zinnen

twee zinnen

13. Zoek de zin met het goede voltooid deelwoord van het werkwoord bevriezen.

De sloot is bevroren.

De sloot is bevriest.

De sloot is gebevroren.

14. Bij welke zin staat er een woord op de verkeerde plaats?

De rode map vol zat met aantekeningen.

Gisteren was het één groot feest.

Ik heb een test moeten maken.

15. Wat zegt Klarinske precies?

Klarinske zegt dat er een groot tekort aan leraren is op haar school.

Klarinske zegt: ’Er is een groot tekort aan leraren op mijn school.’

Klarinske zegt: ’Op school is een groot tekort aan mijn leraren.’

Klarinske zegt: ’Mijn leraren hebben een groot tekort op school.’

16. Welke uitdrukking moet anders?

Hij stond met zijn mond vol tanden.

De appel valt ver van de boom.

Boontje komt om zijn loontje.

17. Lees het persbericht. Bepaal daarna welke info ontbreekt.

Op 15 september om 19.30 wordt voor de tweede keer het ’Amsterdam Rockt Festival’ georganiseerd in de oude melkfabriek aan de Valeriusstraat 20 in Amsterdam. De toegang is 20 euro en er treden vier internationaal bekende bands op. Neem voor meer informatie contact op met Iwan Faassen, telefoonnummer: 020-999999.

De toegangsprijs wordt niet genoemd.

De namen van de bands ontbreken.

Het tijdstip is niet bekend.

18. Wat is het tegengestelde van ’recht’?

Onrecht.

Links.

Krom.

19. Vervang de onjuiste leestekens door de juiste in deze zin.

Ik heb besloten, ik ga mee naar schiermonnikoog?

Ik heb besloten: ik ga mee naar Schiermonnikoog.

Ik heb besloten. ik ga mee naar Schiermonnikoog.

Ik heb besloten! ik ga mee naar schiermonnikoog.

20. Ontdek de fout.

één theorie - meer theorieën

één affiche - meer affiche’s

één twee - meer tweeën

21. Wat moet voor tekende staan?

James ... tekende het verdrag.

onder

22. Zet deze zinnen in de juiste volgorde.

1. Ik heb een hond.
2. Hij houdt erg van kinderen.
3. Zijn naam is Bruno.
4. Ook speelt hij graag met zijn kluif.

1 - 4 - 3 - 2

1 - 2 - 4 - 3

1 - 3 - 2 - 4

23. Welke woorden kunnen absoluut niet samen?

Brief en envelop.

Buurt en kinderen.

Thee en kop.

24. Wat vul je in op de open plaats?

Ik ga naar de bank, want ... op vakantie. Daar heb ik veel zin in.

ik moet

ik ben

ik ga

25. Welk woord krijgt nog een extra medeklinker als je het verkleint?

dop

zon

tapijt

26. Wat is het juiste vervolg op de zin hieronder?

Niemand heeft hem meer gezien, hij is ...

zo groen als gras.

pimpelpaars van de kou.

met de noorderzon vertrokken.

27. Zoek de juiste zin.

De boom dat het oudst is mag blijven staan.

Het meisje wat de grootste mond had moest nablijven.

Ik ben erg nieuwsgierig naar die verrassing.

28. In welke zin komen de meeste hele werkwoorden voor?

Kom eens kijken wat hier gebeurt!

De laatsten zullen de eersten zijn.

Mijn hobby’s zijn: vliegeren, zwemmen, lezen en knutselen.

29. Hieronder zie je vier woorden die op een f of een s eindigen. Als je de woorden langer maakt, verandert de f in een v en de s in een z.

Bij welk woord is dat niet zo?

staaf - Allemaal goudsta.en!

kaas - Dat zijn grote ka.en!

pols - Zij heeft beide pol.en gebroken.

30. Welke zin valt jou het meeste op?

Ik hou erg van frietjes.

In België eten ze Vlaamse frieten.

We aten patates frites na de lange fietstocht.

Oefenen met taal voor groep 8

De toetsvragen:

1.

Lees het verhaaltje van de oude vrouw. Maak dan van deze ene zin twee zinnen.De oude vrouw werd voor gek verklaard toen ze op haar 98e nog mee wilde doen met de avondvierdaagse.

2.

Welk woord past niet goed bij de rest?

3.

4.

Welke opmerking is juist?Hij zei ’Hier neem ik geen genoegen mee.’

5.

Welke zin klopt niet?

6.

Let op de bijvoeglijke naamwoorden en geef aan waar de fout zit.

7.

Maak van deze zin een kloppende zin met een vorm van worden.Ik breng de boeken naar de bibliotheek.

8.

Veel woorden eindigen op een ee-klank. Je schrijft ee of é.Ontdek de fout.

9.

Lees eerst het hele verhaal.Lees dan regel 28 t/m regel 35.Waar gaat dit stukje over?

10.

Welk woord met strand kun je zo niet zeggen?

11.

Als je de wijsheid in pacht hebt betekent dit ...

12.

Hoeveel zinnen staan hier?gisteren was het mooi weer we zijn met zijn allen naar het zwembad geweest en hebben fijn gezwommen ik vond het erg leuk om daar te zijn

13.

Zoek de zin met het goede voltooid deelwoord van het werkwoord bevriezen.

14.

Bij welke zin staat er een woord op de verkeerde plaats?

15.

Wat zegt Klarinske precies?Klarinske zegt dat er een groot tekort aan leraren is op haar school.

16.

Welke uitdrukking moet anders?

17.

18.

Wat is het tegengestelde van ’recht’?

19.

Vervang de onjuiste leestekens door de juiste in deze zin.Ik heb besloten, ik ga mee naar schiermonnikoog?

20.

Ontdek de fout.

21.

Wat moet voor tekende staan?James ... tekende het verdrag.

22.

Zet deze zinnen in de juiste volgorde.1. Ik heb een hond.2. Hij houdt erg van kinderen.3. Zijn naam is Bruno.4. Ook speelt hij graag met zijn kluif.

23.

Welke woorden kunnen absoluut niet samen?

24.

Wat vul je in op de open plaats?Ik ga naar de bank, want ... op vakantie. Daar heb ik veel zin in.

25.

Welk woord krijgt nog een extra medeklinker als je het verkleint?

26.

Wat is het juiste vervolg op de zin hieronder?Niemand heeft hem meer gezien, hij is ...

27.

Zoek de juiste zin.

28.

In welke zin komen de meeste hele werkwoorden voor?

29.

Hieronder zie je vier woorden die op een f of een s eindigen. Als je de woorden langer maakt, verandert de f in een v en de s in een z.Bij welk woord is dat niet zo?

30.

Welke zin valt jou het meeste op?

Aanbevolen bij deze toets:

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud

Lees het verhaaltje van de oude vrouw. Maak dan van deze ene zin twee zinnen.

De oude vrouw werd voor gek verklaard toen ze op haar 98e nog mee wilde doen met de avondvierdaagse.

Welke opmerking is juist?

Hij zei ’Hier neem ik geen genoegen mee.’

Maak van deze zin een kloppende zin met een vorm van worden.

Ik breng de boeken naar de bibliotheek.

Veel woorden eindigen op een ee-klank. Je schrijft ee of é.

Ontdek de fout.

Lees eerst het hele verhaal.
Lees dan regel 28 t/m regel 35.
Waar gaat dit stukje over?

Hoeveel zinnen staan hier?

gisteren was het mooi weer we zijn met zijn allen naar het zwembad geweest en hebben fijn gezwommen ik vond het erg leuk om daar te zijn

Wat zegt Klarinske precies?

Klarinske zegt dat er een groot tekort aan leraren is op haar school.

Vervang de onjuiste leestekens door de juiste in deze zin.

Ik heb besloten, ik ga mee naar schiermonnikoog?

Wat moet voor tekende staan?

James ... tekende het verdrag.

Zet deze zinnen in de juiste volgorde.

1. Ik heb een hond.
2. Hij houdt erg van kinderen.
3. Zijn naam is Bruno.
4. Ook speelt hij graag met zijn kluif.

Wat vul je in op de open plaats?

Ik ga naar de bank, want ... op vakantie. Daar heb ik veel zin in.

Wat is het juiste vervolg op de zin hieronder?

Niemand heeft hem meer gezien, hij is ...

Hieronder zie je vier woorden die op een f of een s eindigen. Als je de woorden langer maakt, verandert de f in een v en de s in een z.

Bij welk woord is dat niet zo?