Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.
Wat wil de schrijver van deze tekst zeggen?
Wat is in deze tekst een loods?
Welke uitspraak over deze tekst is waar?
Deze tekst is geschikt ...
In welke zin(nen) vind je de belangrijkste informatie?
Waarover gaat het in deze tekst?
Hoe wist de schrijver dat hij van eiland naar eiland ging?