Skip to content

Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 7 en 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Meneer en mevrouw Luitjes eten elke dag 200 g aardappelen per persoon. Hoeveel kg aardappelen eten ze samen per week?


2.

Niek, Tess en Marit hebben trek. In de vriezer hebben ze nog één pizza gevonden en ze besluiten om deze samen te delen. Niek eet [4^8] van de pizza, Tess eet [6^16] van de pizza en Marit eet [4^32] van de pizza. Wie heeft het meeste gegeten, wie daarna en wie daarna? (Zet in volgorde van meest naar minst.)


3.

Marcel is jarig geweest en trakteert de hele klas op zakjes chips. Nadat hij heeft getrakteerd, heeft hij nog 6 zakjes over. Hij heeft [5^6] van de zakjes chips uitgedeeld. Hoeveel zakjes chips had Marcel meegenomen?


4.

Vera is aan het winkelen. Vera heeft net een heleboel kleding gepast en ze heeft een aantal kledingstukken uitgekozen die ze wil kopen. Ze gaat naar de kassa en moet € 64,25 betalen. Hoe kan Vera gepast betalen?


5.

Bianca heeft € 60,00 gespaard. Ze gaat met haar moeder winkelen en geeft [2^5] van haar spaargeld uit. Hoeveel geld heeft Bianca uitgegeven?


6.

Bij de slager kost een kilogram shoarmavlees € 11,50. Bert wil 400 g shoarmavlees kopen. Hoeveel moet hij betalen?


7.

Eva is een appeltaart aan het bakken. Ze heeft alle ingrediënten in de bakvorm gedaan en zet deze in een voorverwarmde oven. In het recept leest ze dat de appeltaart 1 uur in de oven moet. Hoeveel seconden zijn dat?


8.

Ida maakt graag haar eigen kleding. Ze heeft een patroon voor een blouse uitgezocht en gaat naar de stoffenwinkel. Nadat ze een tijdje heeft rondgekeken, besluit ze voor een kleurige gebloemde stof te kiezen. De stof kost € 15,00 per meter en ze heeft 1,2 meter nodig. Hoeveel moet zij betalen?


9.

Ramon, Emma en Tim hebben elk een chocoladereep van hun moeder gekregen. Ramon eet [12^24], Emma eet [10^12] en Tim eet [6^8]. Wie heeft het grootste stuk gegeten?


10.

Peter is morgen jarig en wil trakteren op school. Hij gaat met zijn vader naar de supermarkt en koopt drie zakken met uitdeelzakjes popcorn van € 2,60 per stuk. Hoe kunnen Peter en zijn vader gepast betalen?


11.

Petra heeft een fles limonadesiroop van 1,5 l. Voor elk glas limonade gebruikt zij 2,5 cl siroop. Hoeveel glazen limonade kan Petra met de fles limonadesiroop maken?


12.

Tamara is jarig geweest en krijgt een heleboel mensen op bezoek. Ze gaat naar de bakker en koopt 4[1^2] vlaai. Een hele vlaai kan ze in acht stukken snijden. Welke breuk hoort hier bij?


13.

Barbara gaat met haar beste vriendin winkelen. Ze heeft een leuke spijkerbroek gezien en gaat hem passen. Hij staat haar geweldig en ze besluit hem te kopen. Hij is ook nog in de aanbieding! De spijkerbroek kostte eerst € 39,00, maar kost nu € 5,50 minder. Barbara betaalt met een briefje van € 50,00. Hoeveel krijgt zij terug?


14.

Miriam en haar moeder gaan een dagje winkelen. Ze vertrekken `s ochtends om 10.55 uur van huis en komen om 16.42 uur weer thuis. Hoe lang zijn Miriam en haar moeder van huis geweest?


15.

Willem is een boek aan het lezen over Afrika. In het boek staat een tekening van een Afrikaanse olifant. Bij de tekening staat dat de schaal 1:40 is. Op de tekening heeft de olifant een hoogte van 8 cm. Hoe hoog is de olifant in werkelijkheid?


16.

Bas wil een muur van de woonkamer schilderen. De muur is 5 m breed en 2,5 m hoog en er zit een raam in van 1 m breed en 2 m hoog. Hoeveel m² moet Bas schilderen?


17.

Alida maakt graag kleding voor haar kinderen. Ze wil een zomerjurkje voor haar dochter maken. In de stoffenwinkel heeft ze een vrolijk gekleurde stof uitgezocht. De stof kost € 9,40 per meter en Alida heeft 1,5 meter nodig. Hoeveel moet zij betalen?


18.

Nick gaat naar de drogist. Er is een aanbieding van een bepaald merk, namelijk: drie halen, twee betalen. Van dat merk koopt hij drie flessen shampoo. De shampoo kost normaal gesproken € 3,65 per stuk. Hoeveel moet Nick betalen?


19.

Mevrouw Van Loenen gaat vanmiddag op bezoek bij haar buurvrouw. Haar buurvrouw ligt namelijk al een paar dagen ziek in bed. Ze gaat daarom eerst naar de bloemist om een bosje bloemen te kopen. Ze kiest voor twee bossen tulpen van € 4,80 per stuk. De bloemist maakt er één mooi boeket van. Hoe kan mevrouw Van Loenen gepast betalen?


20.

Alicia is met haar ouders op vakantie in België. Ze zijn ’s ochtends om 8.30 uur met de auto vertrokken en kwamen om 11.30 uur aan bij hun bestemming. De afstand van hun huis naar het vakantiepark is 276 km. Wat was hun gemiddelde snelheid?


21.

Toby gaat naar de bakker en koopt vier gebakjes van € 1,95 per stuk. Hij betaalt met een briefje van € 10,00. Hoeveel krijgt hij terug?


22.

Lisette heeft vandaag twee keer televisie gekeken. `s Ochtends keek ze van 9.14 uur tot 10.54 uur. `s Middags keek ze van 15.27 uur tot 17.32 uur. Hoe lang heeft Lisette vandaag televisie gekeken?


23.

Leon heeft € 80,00 gespaard. Hij gaat met een vriend naar de computerwinkel en geeft [2^5] van zijn spaargeld uit. Hoeveel geld heeft Leon uitgegeven?


24.

Maarten gaat naar de boekhandel en koopt een boek voor € 15,50. Daarnaast koopt hij nog twee tijdschriften: een voor € 3,90 en een voor € 5,90. Hoeveel moet hij betalen?


25.

Bij de bloemist zijn vandaag de tulpen in de aanbieding. Ze kostten eerst € 4,90 per bos, maar nu zijn ze € 1,50 per bos goedkoper. Jessica koopt een bos en betaalt met een briefje van € 10,00. Hoeveel krijgt zij terug?


26.

Willem gaat naar de slager. Hij koopt [1^2] kg gehakt en twee varkenshaasjes. Het gehakt kost € 9,20 per kg en de varkenshaasjes kosten € 2,50 per stuk. Hoe kan Willem gepast betalen?


27.

Dirk gaat naar de slager. Hij wil vier hamburgers kopen. Ze kosten € 0,95 per stuk. Hoe kan Dirk gepast betalen?


28.

Jolanda vindt dat ze meer tijd moet besteden aan sporten. Ze besluit zes dagen per week 20 minuten te gaan hardlopen. Hoe lang wil Jolanda per week gaan hardlopen?


29.

Koen en zijn vader gaan een fietstocht maken. Ze vertrekken `s ochtends om 11.47 uur en komen `s middags om 15.22 uur weer thuis. Hoe lang zijn Koen en zijn vader van huis geweest?


30.

Elise en Lotte zijn met hun oma een dagje naar een pretpark. Hun oma trakteert op een ijsje. Elise kiest een ijsje van € 1,15, Lotte kiest een ijsje van € 0,80 en oma neemt zelf een ijsje van € 1,00. Hoe kan de oma van Elise en Lotte gepast betalen?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met leessommen (redactiesommen) voor groep 7 en 8

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud