Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met rekenen voor groep 6
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Schrijf op in cijfers…
Negenduizend zestien
9016
90610
90016
2.
Welk getal zet je op de lege plaats?
64
56
73
3.
5 x 59 =
305
295
285
4.
Het televisieprogramma ‘Het Klokhuis’ duurt van 17.45 uur tot 18.00 uur.
Hoe lang duurt dit programma?
5 minuten
Een half uur
1 kwartier
5.
Wat is waar?
Tien keer honderdduizend is evenveel als een miljoen
Tien keer honderdduizend is meer dan een miljoen
Tien keer honderdduizend is minder dan een miljoen
6.
In Anna`s spaarpot zit € 15,60. Zij neemt een paar van deze muntstukken eruit en dan zit er nog € 12,60 in de spaarpot.
Hoeveel van deze muntstukken heeft Anna eruit genomen?
12
6
3
7.
Dina heeft 4500 g boter.
Hoeveel kg boter is dit?
45 kg
4
kg
0,45 kg
8.
48 350 + 1000 =
48 450
47 350
49 350
9.
Afronden op een duizendtal!
64 998 =
70 000
64 000
65 000
10.
In het echt is een straat 100 meter lang. Je wilt een tekening maken van deze straat. Op de tekening wordt de straat 1000 keer zo klein als in het echt.
Wat is de lengte van de straat op de tekening?
1 cm
10 cm
100 cm
11.
Koe Klara produceert gemiddeld 7875 liter melk per jaar. Haar zusje koe Annabel produceert 9436 liter per jaar.
Welke koe geeft de meeste melk en hoeveel scheelt het?
Annabel - 1571
Klara - 1551
Annabel - 1561
12.
1045 : 5 =
95
85
75
13.
Hoe spreek je dit getal uit?
520 325
Vijfhonderdtwintigduizend driehonderdvijfentwintig
Vijfhonderdtwintigduizend driehonderdtweeënvijftig
Tweehonderdvijftigduizend driehonderdtweeënvijftig
14.
Wat is waar over onderstaande afbeelding?
Jan heeft € 0,45 minder
Jan heeft € 0,55 meer
Jan heeft € 0,85 meer
15.
Een baksteen heeft een lengte van 10 cm, een breedte van 4 cm en een hoogte van 5 cm.
Wat is de inhoud van deze steen?
200 cm
3
640 cm
3
20 cm
3
16.
66 300 + 900 =
75 300
66 390
67 200
17.
2735 - 1689 - 211 =
825
835
915
18.
26 september valt op een woensdag.
Op welke dag valt 1 oktober?
maandag
vrijdag
zondag
19.
is minder dan
is meer dan
Wat vind je van deze uitspraken?
Uitspraak 1 is waar en uitspraak 2 is waar.
Uitspraak 1 is niet waar en uitspraak 2 is waar.
Uitspraak 1 is waar en uitspraak 2 is niet waar.
20.
Reken deze som uit:
€ 137,95
€ 136,95
€ 137,05
21.
32 000 : 4 =
800
80
8000
22.
15 - 99 : 11 =
16
6
4
23.
Buurman Bas spaart postzegels. Hij heeft vier albums vol. In de eerste zitten 556 postzegels, in de tweede 388, in de derde 564 en in de vierde 339.
Hoeveel postzegels heeft hij?
1845
1847
1846
24.
De huur van een fiets is € 9 per dag. Vandaag huren 58 mensen een fiets.
Hoeveel huur ontvangt de fietsverhuurder?
512
522
492
25.
Op een kaart is de afstand van Amsterdam naar Brussel 20 cm. 4 cm is in het echt 50 km.
Hoe ver ligt Amsterdam van Brussel in het echt?
500 km
250 km
54 km
26.
Van welke reep of repen kun je
nemen?
Reep 1
Reep 2
Reep 3
Reep 1 en reep 2
Reep 2
Reep 1 en reep 3
27.
5500 - 398 =
5002
5102
5202
28.
480 = 10 x …
40
80
48
29.
Sofie mag voor haar verjaardag naar de ijsbaan. Een toegangskaartje kost € 4. Sofies moeder wil niet meer dan 25 euro uitgeven aan toegangskaarten.
Voor hoeveel kinderen kan Sofies moeder een kaartje kopen?
6
7
4
30.
In zeepwinkel `Het Zeepje` staat een doos met een gewicht van 4 kg. In de doos zitten stukken zeep van 200 gram per stuk.
Hoeveel zeepjes zitten er in de doos?
30
20
50
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht