Skip to content
Twitter
Facebook
Home
Over de auteur
Nog meer voor kinderen
Toetsen
Contact
Oefenen met rekenen voor groep 6
Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op
Toets nakijken
.
De toetsvragen:
1.
Deel het getal drie keer door 2.
Welk antwoord is goed?
232 - 116 - 105 - 53
456 - 228 - 114 - 57
226 - 112 - 56 - 28
2.
Hoeveel blokjes is
?
12
14
16
3.
26 september valt op een woensdag.
Op welke dag valt 1 oktober?
zondag
maandag
vrijdag
4.
Rond af op hele euro’s.
€ 3,51 =
€ 3
€ 4
€ 35
5.
15 - 99 : 11 =
16
4
6
6.
De lengte van een strook papier is 30 cm. De breedte is
deel van de lengte.
Wat is de omtrek van deze strook papier?
60 cm
66 cm
40 cm
7.
Janna gaat met 7 anderen mee op een groepsreis naar Israël. De hele groep betaalt € 9472.
Hoeveel betaalt Janna?
€ 1138
€ 1098
€ 1184
8.
In zeepwinkel `Het Zeepje` staat een doos met een gewicht van 4 kg. In de doos zitten stukken zeep van 200 gram per stuk.
Hoeveel zeepjes zitten er in de doos?
20
30
50
9.
2735 - 1689 - 211 =
835
825
915
10.
Wat is waar?
Tien keer honderdduizend is minder dan een miljoen
Tien keer honderdduizend is meer dan een miljoen
Tien keer honderdduizend is evenveel als een miljoen
11.
1045 : 5 =
75
85
95
12.
Reken deze som uit:
€ 137,05
€ 137,95
€ 136,95
13.
Welk getal zet je op de lege plaats?
73
64
56
14.
496 : 2 =
252
246
248
15.
Schrijf op in cijfers…
Negenduizend zestien
90016
9016
90610
16.
is minder dan
is meer dan
Wat vind je van deze uitspraken?
Uitspraak 1 is niet waar en uitspraak 2 is waar.
Uitspraak 1 is waar en uitspraak 2 is waar.
Uitspraak 1 is waar en uitspraak 2 is niet waar.
17.
480 = 10 x …
48
40
80
18.
80 x 11 =
880
91
811
19.
In Anna`s spaarpot zit € 15,60. Zij neemt een paar van deze muntstukken eruit en dan zit er nog € 12,60 in de spaarpot.
Hoeveel van deze muntstukken heeft Anna eruit genomen?
12
3
6
20.
Afronden op een duizendtal!
64 998 =
70 000
65 000
64 000
21.
Aftrekken met sprongen van 500.
Welk antwoord is goed?
3495 - 2995 - 2495 - 1995
5356 - 4836 - 4236 - 3836
8332 - 7832 - 7432 - 7032
22.
Buurman Bas spaart postzegels. Hij heeft vier albums vol. In de eerste zitten 556 postzegels, in de tweede 388, in de derde 564 en in de vierde 339.
Hoeveel postzegels heeft hij?
1845
1847
1846
23.
De trein uit Zwolle vertrekt om 8.28 uur en is om 8.44 uur in Meppel.
Hoeveel minuten heeft de trein over deze reis gedaan?
16 minuten
28 minuten
44 minuten
24.
Afronden op een heel getal!
45,3 =
46
45
43
25.
48 350 + 1000 =
49 350
47 350
48 450
26.
Maak er één getal van.
4000 + 90 + 7 + 200 =
2974
9742
4297
27.
4 x 8 = 16 + …
16
26
12
28.
Hoe spreek je dit getal uit?
520 325
Tweehonderdvijftigduizend driehonderdtweeënvijftig
Vijfhonderdtwintigduizend driehonderdtweeënvijftig
Vijfhonderdtwintigduizend driehonderdvijfentwintig
29.
Jacqueline neemt een nieuw telefoonabonnement. Dit is een abonnement voor 2 jaar. Zij betaalt 25 euro per maand, maar het eerste jaar betaalt zij per maand de helft.
Hoeveel moet Jacqueline in totaal betalen voor het abonnement?
€ 600
€ 450
€ 300
30.
5500 - 398 =
5102
5002
5202
Toets nakijken
Aanbevolen bij deze toets:
De Visual Steps-
boeken
Direct aan de slag
/
Stap-voor-stapinstructies
/
Begrijpelijke inhoud
Productoverzicht