Skip to content

Oefenen met studievaardigheden voor groep 8

Beantwoord de volgende 30 vragen en klik dan onder op de webpagina op Toets nakijken.

De toetsvragen:

1.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Waar vind je de betekenis van de volgende uitdrukking?
Iemand (schaak)mat zetten.


2.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Wie had om 13.00 uur precies 14 oliebollen gebakken?


3.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Wat geeft het getal links van de grafiek aan?


4.

Je zoekt in de Winkler Prins naar Albert Schweizer.
Welk deel pak je van de plank?


5.

Lees onderstaande tekst.

Miereneters
Miereneters danken hun naam aan het feit dat ze mieren en termieten eten. Ze leven in bomen. De snuit van een miereneter lijkt wel wat op een buis. Hij heeft geen tanden, maar wel een beweeglijke tong van zo`n 60 cm lang. De voorpoten hebben lange, scherpe klauwen en het zwarte haar op hun rug is stug. Hun schouders lijken wel wat op een bochel, waardoor je goed ziet dat die kaal zijn. Miereneters zijn nachtdieren. Ze kunnen uitstekend ruiken. Ze gaan met hun neus over de grond, speuren zo naar mierennesten en graven die uit met hun klauwen. Met hun kleverige tong snoepen ze alle mieren op die ze maar te pakken kunnen krijgen. Een volwassen dier kan per dag wel 30.000 mieren of termieten op. Jonge miereneters reizen mee op de rug van hun moeder.

Miereneters zijn zo onhandig dat ze alleen maar geschikt zijn om mieren te eten.


6.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Veel vakantiegangers op Schiermonnikoog die kleine kinderen hebben gaan naar de Berkenplas (even ten noorden van bungalowpark `de Monnik`), om daar te zwemmen.
Hoe ver ligt de Berkenplas ongeveer van de jachthaven?


7.

Kees vindt alles wat met de zee te maken heeft geweldig. Of het nu over vissen gaat, over wrakken op de zeebodem of over koraalriffen; het maakt niet uit.
In welk boek zal hij zeker iets over scheepswrakken en koraalriffen vinden?


8.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Welke stelling is juist?


9.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Elk mens heeft per dag een hoeveelheid eiwitten nodig.
In hoeveel landen kregen de inwoners in 1980 het dubbele van die minimumhoeveelheid?


10.

Bekijk onderstaande afbeelding.

In welk van de drie woorden zit een fout?


11.

Je wilt de betekenis van het scheefgedrukte woord in onderstaande zin opzoeken in het woordenboek, bij welk woord moet je zijn?
`Zij is echt een kruidje-roer-me-niet.`


12.

Bekijk onderstaande afbeelding.

De naam van de kwast geeft informatie over de kwast.
Welke stelling is juist?


13.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Kijk naar de kolom waar `totaal` boven staat. Het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde is 28.
Wie hebben daarvoor gezorgd?


14.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Kijk naar de titel van deze grafiek.
Wat is waar?


15.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Wie verkocht minder kaarten en kalenders dan pepermunt?


16.

Lees onderstaande tekst.

Rotgans
De rotgans is te herkennen aan zijn zwarte kop en zwarte hals met een subtiel, wit streepje. In de middeleeuwen was het een groot raadsel waar rotganzen in de zomer verbleven. Men bedacht een creatief antwoord op de vraag: `Waar komen jonge rotgansjes vandaan?` Rotganzen worden namelijk niet uit eieren geboren, maar uit zeepokken! Zeepokken groeien op wrakhout of op in zee drijvende takken en `harken` met hun vangarmen voedsel uit het water. En deze vangarmen leken verdacht veel op de donsveertjes van rotganzen, dus de conclusie was snel getrokken. En het hout waarop zeepokken leefden, vormde het bewijs dat er bomen moesten zijn waaruit rotganzen geboren werden. In de wetenschappelijke naam van de rotgans (Branta bernicla) klinkt deze middeleeuwse legende nog door: barnacles is het Engelse woord voor zeepokken. De reis `om de noord` van Willem Barentsz maakte een einde aan deze creatieve verklaring: rotganzen blijken gewoon eieren te leggen en zo jongen te krijgen. Dat gebeurt op Spitsbergen, maar daar was tot dan toe nog nooit iemand geweest.

Stelling I: De rotgans broedt op Spitsbergen.
Stelling II De rotgans overwintert op Spitsbergen.


17.

Anna houdt absoluut niet van melk, toch moet zij het drinken van haar ouders omdat er zoveel in zit. `Wat zit er dan in?`, vraagt ze zich af. Ze bladert in de encyclopedie.
Bij welk zoekwoord moet ze zijn?


18.

Bekijk onderstaande afbeeldingen.

Hieronder staan drie beschrijvingen van de Willemskade.
Welke is goed?


19.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Dit zijn neerslagkaarten van Europa in de maanden januari en juli.
Met welke van de drie onderstaande conclusies ben je het niet eens?


20.

Bekijk onderstaande afbeelding.

In de tabel vind je gegevens over vakantiebestemmingen.
In welk park heb je de meeste kans op zon en tegelijkertijd de minste kans op neerslag?


21.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Hoeveel loten verkochten Korneel en Maarten samen in vier weken?


22.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Welke stad is sinds 1985 het snelst gegroeid?


23.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Bij Radio 538 zie je dat het marktaandeel verandert. Deze verandering is:


24.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Wat is het gemiddelde aantal bezoekers van de laatste 30 dagen?


25.

Je wilt sla klaarmaken en je zoekt in het register van het kookboek naar sla. Je ziet de woorden: sinaasappelen, salie, sjalotten en salades staan.
Het woord sla komt vlak na het woord


26.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Als je het land met de hoogste welvaart vergelijkt met het land met de laagste welvaart wat is dan het verschil in cijfers?


27.

Je bent in de gemeente Ede komen wonen en je wilt lid worden van de bibliotheek. Je hebt een website over de gemeente geopend.
Op welke pagina kun je informatie vinden over de bibliotheek?


28.

Bekijk onderstaande afbeelding.

In de tabel vind je gegevens over vakantiebestemmingen.
In welk land maak je de minste kans op regen?


29.

Lees onderstaande tekst.

Een museum vol schoenen
Het Nederlands Leder- en Schoenenmuseum staat in Waalwijk, in de leegstaande schoenfabriek van Pinocchio. Dit is geen toeval, want vroeger waren er in Waalwijk wel honderden kleine schoenmakerijtjes, gewoon aan huis. Brabant was bij uitstek geschikt voor het maken van leer. Leer wordt gemaakt van dierenhuiden. Die huiden moeten eerst gelooid worden. Een paar duizend jaar geleden spande men zo`n koeienhuid boven een rokend vuur en zo veranderde de huid langzaam in taai leer. Later ontdekte men dat de huiden veel beter in een grote kuip gegooid konden worden. In zo`n kuip zat water en daarna ging hij weer in een bad met run (fijngemalen eikenschors). Na een jaar was de huid gelooid tot leer. Brabant was voor dit leerlooien uitermate geschikt omdat hier veel eikenbossen groeiden en veel beekjes stroomden.

Waarom was Brabant geschikt voor het leerlooien?


30.

Bekijk onderstaande afbeelding.

Dit is Noord-Amerika.
Hoe kan het dat de bosbouw in Canada belangrijker is dan de landbouw?


Aanbevolen bij deze toets:

Oefenen met studievaardigheden voor groep 8

De Visual Steps-boeken

Direct aan de slag / Stap-voor-stapinstructies / Begrijpelijke inhoud